Spiergroepen trainen
Een van de grootste fouten die sportschoolbezoekers maken, is het trainen van twee grote spiergroepen in dezelfde trainingssessie. Het combineren van been- en rugoefeningen bijvoorbeeld vereist veel energie en zorgt voor een grote last op het zenuwstelsel. Als je de eerste spiergroep namelijk helemaal hebt getraind tijdens de eerste ronde, zul je niet in staat zijn om dit nogmaals met dezelfde intensiteit te doen bij een andere spiergroep in de tweede ronde. Dit komt omdat spiergroepen niet individueel werken. Bij het bankdrukken werk je bijvoorbeeld voornamelijk aan je borstspieren, maar tegelijkertijd werk je ook aan je schouders en triceps.
Welke spieren samen trainen?
Om maximale groei te realiseren, kan je je per training het beste focussen op één grote spiergroep (borst, benen of rug). Vul je workout aan met oefeningen die zich richten op twee kleinere spiergroepen (biceps, triceps, hamstrings, kuiten, buikspieren en schouders).
Spiergroepen trainen verdeeld over drie dagen:
De perfecte combinatie per training om het meeste uit je trainingen te halen en serieuze spieren op te bouwen, zie je hieronder. Verdeel deze trainingen over drie dagen, eventueel met een dag pauze ertussen.
- Borst, schouders en triceps
- Rug, biceps en buikspieren
- Hamstrings, quadriceps, billen en kuiten
Ben jij een echte diehard met al wat ervaring, dan zou je de verschillende trainingen achter elkaar kunnen doen (elke dag één). Het is wel goed om minimaal één dag rust in te plannen na het voltooien van de drie workouts. Zo gun je je spieren tijd om te herstellen en kun je twee keer zo hard weer terugkomen. En zo kom je elke keer weer een beetje dichterbij dat gewenste eindresultaat!