What to do:
1. Start makkelijk.
Als je nooit eerder gefitnesst hebt, begin dan met een gewicht dat makkelijk voelt en doe een paar herhalingen waarbij je je vooral focust op de techniek. Verhoog het gewicht met kleine stapjes totdat het uitdagend begint te voelen. Zodra je langzamer moet gaan om de oefening nog uit te kunnen voeren, zit je goed. Gebruik dit gewicht voor je eerste set.
2. Weet wanneer je moet verhogen.
Als je meer dan 20 herhalingen kan doen, is het tijd om meer gewicht te pakken. Kijk naar het gemak waarmee je het gewicht kan tillen en hoe je je voelt wanneer je klaar bent met je sets. Gaan de laatste herhalingen snel en soepel, dan mag je wat zwaarder gaan. Als je laatste herhalingen langzaam gaan en zwaar voelen, dan heb je het juiste gewicht.
3. Vind uit hoeveel gewicht je moet toevoegen.
Wanneer je gewicht gaat toevoegen, doe dat dan met babystapjes. Zo’n 2,5 – 5 kilo per keer. Je moet de balans vinden tussen jezelf pushen en naar je lichaam luisteren. Soms kan je in korte tijd veel stappen maken, soms duurt het wat langer voordat je weer kan verhogen. Dit heeft te maken met je niveau en ervaring. De standaard regel is altijd dat je techniek goed moet blijven. Als je dat kan vasthouden en de laatste herhalingen zijn niet uitdagend genoeg, dan kan je verhogen!